Totentanz


"Tod in Basel", Kirchhofmauer, Dominicaner Predigerkloster, Basel

D’Apertutto en Erasmus Kamerkoor onder leiding van Maarten Vonk (choreografie) en Sanne Nieuwenhuijsen (directie) presenteren de Dodendans zoals die eigenlijk bedoeld is: 
om te dansen.

Totentanz van Hugo Distler behoort tot de Europese canon van muziek, tekst, dans en beeld. Maar de historie is geen gestold verleden, de Dood namelijk is springlevend: jong en fris trekt zij zich niets aan van smeekbeden en verzoeken, vroeger niet en nu niet, om ‘toch nog maar even, alsjeblieft deze dans voorbij te laten gaan…’

De Dood wordt gedanst door Miyako Asano. De dans is gebaseerd op de Aziatische dansvorm Butoh, die niet het strekken als uitgangspunt neemt, maar het krommen, buigen, én: het 'uit evenwicht raken', een voor een danser verschrikkelijk moment. Juist het herstel daarvan verbeeldt het verhaal van de persoon. Romana Goumare neemt de fluitpartij voor haar rekening.

Daarnaast zingt het koor twee bijzondere stukken. De Lamentations van Thomas Tallis zijn net als Totentanz een pijler in de muziekgeschiedenis - eeuwen ouder maar met hetzelfde schrijnende leed. Sven-David Sandström's Hear my prayer vormt een brug naar de twintigste-eeuwse Distler. Dit motet citeert nagenoeg geheel de gelijknamige en beroemde compositie van Henry Purcell maar ontaardt aan het eind verrassend in wrede en expressieve twintigste-eeuwse dissonantie.